4. Gebruikskwaliteit > 4.2 Functionaliteit > 4.2.10 Ruimtelijke en functionele diversiteit

Beschrijving criteria

Ten minste 1 van 3 kenmerken is aanwezig:

1) Ruimtelijke eenheden zijn helder te onderscheiden, waarbij een ruimtelijke eenheid wordt gedefinieerd als een aaneengesloten ruimte, dat een zelfstandig geheel vormt. Dit duidelijke onderscheid tussen eenheden bevordert de oriëntatie binnen en door het gebouw.

2) Ruimten zijn passend gedimensioneerd, afgestemd op het aantal gebruikers en hun functie.

3) Het gebouw biedt een grote ruimtelijke diversiteit, waarbij de ruimten die voor de primaire gebruiksfuncties worden gebruikt, minimaal zes verschillende typeringen uit de onderstaande lijst omvatten:

(1 ruimte mag meerdere typeringen hebben):

• verhouding lengte ≥ 3:1 (langwerpig)
• verhouding lengte ≤ 2:1 (compact)
• oppervlakte ≥ 100 m²
• oppervlakte ≤ 20 m²
• open (niet direct afsluitbaar of minimaal 1 op 4 volledig transparante wanden)

• hoogte > 1 bouwlaag
• rechthoekig
• rond/ovaal
• geometrisch overig
• organische vorm
• multifunctioneel (>1 element van primaire gebruiksfunctie(s), bijvoorbeeld kantine en podiumfunctie)

Toelichting op criteria

–

Definities

Bewijslast

Beschrijf de situatie, vul aan met (een screenshot van) documentatie, of verwijs hiernaar.

Bronnen en referenties

–

Overzicht wijzigingen

• Datum:

uitleg wijziging

• Datum ouder:

uitleg wijziging ouder