Wat is circulair bouwen?
Circulair bouwen is een vorm van duurzaam bouwen waarbij de principes van circulariteit in de bouw worden toegepast. Een gebouw is circulair als bij de bouw en het beheer voorraden in een gesloten kringloop worden gehouden, zonder schadelijke emissies naar lucht, water en bodem.
Inhoud:
- Circulariteit
- Nederland circulair in 2050
- Circulair bouwen in de praktijk
- Hoe wordt circulair bouwen meetbaar gemaakt?
Circulariteit
Circulariteit gaat ervan uit dat producten van nu de grondstoffen zijn voor later: na gebruik kunnen producten gedemonteerd worden en de materialen opnieuw worden gebruikt. Circulariteit gaat dus uit van een wereld zonder afval. Het staat tegenover de huidige benadering waarbij we steeds nieuwe producten aanschaffen, gebruiken en weggooien. Deze wegwerp- en vervangcultuur heeft een enorme impact op de aarde.
Circulariteit is geen doel op zich, maar een strategie voor het bereiken van 2 belangrijke internationale beleidsdoelen:
- het tegengaan van de uitputting van grondstoffen;
- het beperken van klimaatverandering.
Circulaire economie
Steeds meer bedrijven en organisaties zijn met circulariteit bezig. Er zijn zelfs veel snelgroeiende bedrijven die voor een groot deel op het circulaire model zijn gebaseerd: eenvoudige voorbeelden zijn woningdeelplatform Airbnb en gereedschapdeelplatform Peerby. Deze bedrijven zetten in op het delen van bestaande resources in plaats van het individueel bezitten van deze resources. Het delen van woonruimte of gereedschap zorgt ervoor dat hier minder van geproduceerd hoeft te worden, wat tot een lagere grondstoffenvraag leidt.
Ook bij productie en nieuwbouw is circulariteit niet meer weg te denken. Uiteindelijk is het doel een volledig circulaire economie: een economisch en industrieel systeem waarin geen eindige grondstofvoorraden worden uitgeput en waarin reststoffen volledig opnieuw worden ingezet in het systeem. In een circulaire economie zorgen we dat grondstoffen, onderdelen en producten hun waarde houden.
Oorsprong circulariteit
Tot op de dag van vandaag is het Brundtland-rapport een van de belangrijkste stukken over duurzame ontwikkeling en circulariteit. Het Brundtland-rapport is de naam waaronder het rapport Our common future uit 1987 bekend is geworden. Het rapport is geschreven door de World Commission on Environment and Development (WCED). De populaire naam verwijst naar de voorzitster van de commissie, de toenmalige Noorse premier Gro Harlem Brundtland. Ze was de eerste vrouwelijke minister-president van Noorwegen.
- Volgens Brundtland is een duurzame ontwikkeling het zorgdragen voor een leefbare aarde nu en later.
- Een voorwaarde of subdoel is dat we uitputting van voorraden voorkomen: grondstoffen, fossiele brandstoffen, ‘schone’ lucht, water, bodem en biodiversiteit.
- Dit bereiken we door circulair te ondernemen en te beheren: voorraden in een gesloten kringloop houden, zonder schadelijke emissies naar lucht, water en bodem.
Nederland Circulair in 2050
Met het Rijksbrede programma Nederland Circulair in 2050 heeft het kabinet in september 2016 de inzet van de Rijksoverheid gepresenteerd: een volledig circulaire economie in 2050.
Deze ambitie is in januari 2017 breder onderschreven in het Grondstoffenakkoord door bedrijven, vakbonden, overheden, natuur- en milieuorganisaties, kennisinstituten, financiële instellingen en vele andere maatschappelijke organisaties.
Het programma Nederland Circulair in 2050 stimuleert innovatieve pilotprojecten die lessen moeten opleveren en enthousiasme moeten creëren. Ook stimuleert de overheid de marktontwikkelingen door het aanpassen van regels, komt er een kennisinstituut circulair bouwen, komt er subsidie voor circulaire business en verdienmodellen en zullen vanaf 2023 alle overheidsuitvragen circulair zijn.
Om de volledig circulaire economie in 2050 te bereiken, is een sub-doelstelling geformuleerd: Nederland moet in 2030 al 50% minder ‘primaire grondstoffen’ (mineralen, metalen en fossiel) gebruiken.
Doelstellingen circulair bouwen
In het programma Nederland Circulair in 2050 zijn voor de bouwsector de volgende set van strategische doelstellingen uitgewerkt:
- De woning- en utiliteitsbouw en de GWW gebruiken vooral hernieuwbare grondstoffen;
- Het materiaalgebruik is over de hele levensduur van het bouwwerk geoptimaliseerd (waardebehoud, minder kosten, meer hergebruik en minder milieu-impact);
- De bouw reduceert zoveel mogelijk CO2-emissies, zowel in de productie- en bouwfase als in de gebruiksfase;
- De bouw is een innovatieve sector die proactief inspeelt op veranderingen in de samenleving en de vraag van markt en consument
Deze doelstellingen voor de bouwsector gelden niet alleen voor nieuwbouw, maar ook voor circulair slopen, circulair renoveren en circulair verbouwen.
Circulair bouwen in de praktijk
In de praktijk heeft circulair bouwen een grote invloed op de manier waarop een gebouw tot stand komt. Dit begint al bij de tekentafel van de architect. In het ontwerp moet de architect keuzes maken met betrekking tot bijvoorbeeld de benodigde hoeveelheid materialen en de mogelijkheid tot het wijzigen van de bestemming van het gebouw.
Bij de materiaalkeuze kan bijvoorbeeld gekozen worden voor herbruikbaar materiaal, gerecycled materiaal en/of natuurlijk materiaal. Zelfs bij het kiezen van de bouwlocatie kunnen circulariteit en duurzaamheid een grote rol spelen; denk aan het aantal reiskilometers en de aansluiting op bestaande infrastructuur.
Uiteindelijk komt circulair bouwen in de praktijk neer op de volgende uitgangspunten:
- Beperk de vraag door herbruikbare gebouwen te bouwen
- Kies zo veel mogelijk voor natuurlijke en/of hernieuwbare bronnen
- Zorg ervoor dat eindige bronnen zo effectief en efficiënt mogelijk worden toegepast
Materialenpaspoort
Een materialenpaspoort is een document waarin alle gebruikte materialen van een woning of gebouw beschreven zijn. Hoewel een materialenpaspoort nog geen gemeengoed is, is het door geldverstrekkers steeds vaker een vereiste. De initiatiefnemer van het materialenpaspoort is Madaster.
“Het doel van Madaster is afval te elimineren door materialen een identiteit te geven. Het Madaster platform fungeert als een publieke, online bibliotheek van materialen in de gebouwde omgeving. Het Madaster platform registreert, ordent, bewaart en ontsluit data met veel aandacht voor veiligheid, privacy en continuïteit.”
Door alle grondstoffen en materialen in een bouwproject te documenteren is er meer bewustwording over materiaalkeuze en hergebruik. Dit heeft als doel dat zo min mogelijk materiaal uiteindelijk als afval in een vuilverbrander terechtkomt. Op die manier draagt een materialenpaspoort bij aan de belangrijkste doelstelling van circulair bouwen: het voorkomen van de uitputting van voorraden.
Stappenplan circulair bouwen
Om circulair bouwen te implementeren in een organisatie heeft de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) een stappenplan opgesteld.
- Bepaal uw ambitie
- Vraag aanbieders om oplossingen
- Breng stakeholders bij elkaar
- Omarm innovaties
- Wees alert in de uitvoering
- Evalueer en leer
- Beheer en optimaliseer
(bron afbeelding: RVO)
Is circulair bouwen duur?
Circulair bouwen wordt vaak gezien als een dure methode. Dit is niet verwonderlijk: de investering voor een circulair bouwproject kan hoger zijn dan voor een ‘regulier’ bouwproject. Natuurlijke bouwmaterialen kunnen bijvoorbeeld duurder zijn dan synthetische bouwmaterialen. Op lange termijn verdient deze investering zichzelf echter vaak terug.
Door gebruik te maken van herbruikbare materialen en flexibel om te gaan met herbestemmingen van bestaande gebouwen kunnen toekomstige bouwprojecten met een minder grote investering gerealiseerd worden. Circulaire gebouwen hebben vaak een langere levensduur en zijn meestal voorzien van duurzame energievoorzieningen. Dit zorgt ervoor dat de investering zichzelf eenvoudig terugverdient.
Naast deze financiële afweging zijn er ook niet-tastbare voordelen die maken dat de investering niet als ‘duur’ gezien moet worden, maar als ‘duurzaam’. Circulair bouwen draagt bij aan het tegengaan van klimaatverandering. Het toepassen van natuurlijke materialen zorgt bovendien voor een natuurlijkere leefomgeving en een gezonder woon- en werkklimaat.
Hoe wordt circulair bouwen meetbaar gemaakt?
De mate van circulariteit van een gebouw wordt meestal beoordeeld met de ‘CirculariteitsPrestatie Gebouw’ (CPG). Dit is een door GPR Software ontwikkelde index die met eenvoudig beschikbare data weergeeft hoe circulair een gebouw is.
De basis van de CirculariteitsPrestatie is de DuurzaamheidsPrestatie (MPG + EPG); aangevuld met andere bouwstenen uit GPR Gebouw die ook kwalitatieve aspecten adresseren.
Met de CPG-methodiek kunnen gebouwen en plannen voor nieuwbouw of renovatie per direct op hun circulariteit worden gewaardeerd. Ook bij circulair aanbesteden wordt de CPG-methodiek veel gebruikt om circulariteit een plek te geven.
Circulair bouwen met GPR Gebouw
De CPG-methodiek maakt gebruik van GPR Gebouw, een door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties erkende duurzame bouw maatlatmethodiek. De software is ontwikkeld voor gemeenten en regio’s, corporaties, vastgoedeigenaren, architecten, adviseurs en projectontwikkelaars en zorginstellingen die duurzaam bouwen in eigen hand willen nemen. Bovendien werkt een groot aantal opleidingen in Nederland met GPR Gebouw.
Software voor elke toepassing
Bekijk ook de andere applicaties van GPR Software:
- GPR Vastgoed: maakt duurzaamheid integraal inzichtelijk van meerdere gebouwen of zelfs van een gebied
- GPR Materiaal: bevat een volledige MPG-rekenkern, gekoppeld aan actuele Nationale Milieudatabase
- GPR Specials: meet duurzaamheidsprestaties van speciale gebouwen of gebieden, zoals sporthal, dierentuin, station of zwembad
- GPR Onderhoud: ondersteunt bij het optimaliseren van de milieuprestatie van onderhoudsactiviteiten van gebouwen
- GPR Stedenbouw: biedt inzicht in duurzaamheidsprestaties van een nieuw stedenbouwkundig plan of van de herstructurering
Van elke applicatie is een demo te downloaden.
Niet zeker over welke applicatie past bij uw situatie? Gebruik dan hieronder de keuzehulp.
Veelgestelde vragen
Samenvattend de antwoorden op de meest gestelde vragen: